Miranda Dilernee
Miranda Dilernee
Afbeelding van Tumisu via Pixabay
Als kind begreep ik het gedrag van mijn moeder niet goed en ik wist niet hoe ik het beste op haar kon reageren. Ik wist één ding wel: wat ik ook deed, het was nooit goed en daarom ging ik van alles uitproberen. Ik probeerde lief te zijn, mijn best te doen en nog meer mijn best te doen, ik verzette me, maar dat laatste leverde uiteraard nog meer problemen op.
Toen ik een puber was en ik het gedrag van mijn moeder zo ontzettend irritant en vooral kinderachtig vond, ben ik haar imiteren, om te zien hoe ze dan zou reageren. Ik was benieuwd of ze in de gaten had dat ik haar gedrag kopieerde, maar ze begreep er niks van. Haar onnozelheid werd af en toe wel hilarisch.
In die tijd (jaren ’90) bestonden er nog geen mobiele telefoons, we hadden gewoon zo’n ouderwetse telefoon die verbonden was met een kabel in de muur. We hadden wel twéé vaste telefoons: eentje beneden in de woonkamer en eentje boven op de overloop.
Als de telefoon overging, was mijn moeder er altijd als de kippen bij om op te nemen. Ze móest gewoon weten wie daar belde, of het nou voor haar was of voor mijn vader of, ja… misschien wel voor mij! Mijn vader was niet zo goed te controleren: natuurlijk viel het nogal op als ze naar de telefoon rende als hij er zelf het dichtst bij was. Als mijn vader niet in de buurt was, dan werd het een heel ander verhaal. Er belde soms wel eens een vriendin voor me, of later mijn vriendje. Mijn moeder struikelde nog liever over haar eigen voeten dan dat ze mij als eerste de telefoon liet opnemen. Ik had echter een goede leerschool gehad (mijn moeder) en wist op een gegeven moment precies of ik haar vóór kon zijn door juist beneden of boven op te pakken. Was zij boven, dan rende ik naar beneden om daar op te nemen. Dan kon ze namelijk niet meeluisteren met het gesprek en ook niet horen wat ik zei. Ik deed vlug mijn verhaal voordat mijn moeder inmiddels ook naar beneden gestruikeld was en achter me stond te hijgen. Op dat moment kapte ik het gesprek af en zei ik vriendelijk in de hoorn ‘Dáág!’. Mijn moeder was dan zo kwaad omdat ze niet had meegekregen waar mijn gesprek over gegaan was en wie er gebeld had. Dat liet ze merken ook. Ze vroeg gelijk wie het was, wat die persoon van mij moest en waarom hij of zij belde. Ik hield mijn antwoorden altijd vaag: ‘Ach… iemand van school’, of: ‘niks hoor’. Daar kon ze beslist niet tegen en dan stampvoette ze woedend naar boven omdat ze niks wijzer was geworden. Later kreeg ik in de gaten dat ze aan de tweede telefoon zat mee te luisteren: boven of beneden, net waar het haar ‘t beste uitkwam. Ik had mijn vriendinnen over haar afluisterpraktijken ingelicht en uitgelegd dat ik aan de telefoon alleen maar ‘ja’, ‘nee’ en ‘amen’ zou zeggen als mijn moeder weer aan het meeluisteren was. Op zulke momenten was ze absoluut vreselijk verbolgen. Ik vond het altijd hilarisch als ik haar nét te slim af was geweest. Het allerleukste vond ik dat ze nog niet eens in de gaten had dat ik haar expres uit de tent lokte en haar juist vaak genoeg voor niets door het huis liet rennen. Ze was zelfs zo gek om van het toilet af te rollen om maar eerder dan ik bij de telefoon te kunnen zijn. Hoe gek kun je zijn?
Het kopiëren van mijn moeders gedrag was een overlevingstactiek voor me. Ik hoopte daarmee te bereiken dat ze mijn handelingen zou herkennen bij zichzelf en zou denken dat ze zich wellicht iets minder kinderachtig moest gaan gedragen.
Helaas had ze niet door dat ik haar imiteerde en dat verbaasde mij eigenlijk nog het meeste. Het heeft dus geen zin om het gedrag van een narcist te kopiëren. De narcist kijkt in de spiegel en ziet alleen zichzelf zoals hij of zij zich graag ziet. Alles wat een ander doet is ondergeschikt en onbelangrijk. De narcist denkt waarschijnlijk dat jíj degene bent die zich zo raar aanstelt, maar zal nooit inzien dat hij of zij zelf wordt nageaapt. De narcist handelt immers normaal en vindt zichzelf beslist niet kinderachtig. Uiteindelijk wordt je dus van gedrag beschuldigd dat de narcist zelf doet, maar het niet in de gaten heeft, of beter gezegd: niet in de gaten wíl hebben.
Het ligt er natuurlijk ook aan met welke narcist je te maken hebt. Ik had te maken met een verborgen narcist. Naar de buitenwereld toe de perfecte, liefdevolle moeder, maar achter de voordeur slinks, achterbaks, manipulatief en gemeen. Toen ik in de gaten kreeg dat kopiëren niet werkte, ging ik haar gedrag negeren. Ik antwoordde zo weinig mogelijk en zei vaak ‘Ja en amen’ om van haar gezeur af te zijn. Vervolgens trok ik toch mijn eigen plan, maar dan achter haar rug om. Omdat ik bijna altijd instemde met haar opmerkingen, was ze meestal tevreden met de voeding die ik haar gaf. Soms werd ze echter toch achterdochtig en had ze wel door dat ik ‘ja en amen zei’ en vervolgens deed wat ik zelf wou. Dit wekte uiteraard haar woede op, want op hetzelfde moment realiseerde ze zich dat ze de controle over mij aan het verliezen was en dat was natuurlijk niet haar bedoeling.
Uiteindelijk ben ik over mijn moeder heen gekomen door haar helemaal uit mijn leven te bannen. Daarna is er zoveel rust in mijn leven gekomen!
Natuurlijk vraag ik me wel eens af hoe het met haar zal gaan en of ze nog gezond is. Zou ze gelukkig zijn? Kent ze überhaupt geluk? Weet ze hoe dat voelt? Ik weet dat ze nog leeft, maar hóe leeft ze? Ondanks al deze vragen voel ik niet de drang om haar op te bellen en te vragen hoe het gaat. Ik weet dat ik me dan gelijk weer in haar web begeef. Een web van beschuldigingen, leugens en manipulaties.
Nee, dank je wel.
Wil je reageren of zelf je verhaal delen? Stuur een email naar: info@liefdeloos.com of vul het contactformulier in.
Met vriendelijke groet,
Miranda Dilernee